Voor ik het weet heb ik er wat uitgeflapt.
Of ik onderbreek iemand.
Opeens neem ik het gesprek over.
Of ik zeg iets, wat ik niet zo bedoel, maar wat wel zo overkomt.
Daar heb ik dan spijt van.
Wil jij me leren om minder direct te zijn?
Direct zijn is voor beide kanten niet altijd even makkelijk. Beide partijen kunnen er flink last van hebben, dus is het geen wonder dat dit onderdeel in coaching naar voren komt. Zo ook bij Hans, een beleidsmedewerker die geregeld ziet dat zijn gedrag niet het gewenste effect heeft. Daar baalt hij van, want hij wil vooruit.
Nu moet hij vaak terugkomen op iets wat hij heeft gezegd. Dan moet hij uitleggen wat hij eigenlijk bedoelde en soms excuses maken. Terwijl, hij bedoelde het toch goed? Het was toch duidelijk? Ook gaat hij vaak om mensen heen. Dat werkt het snelst en loopt hij de minste risico’s op gedoe. Maar zijn leidinggevende heeft daar laatst wat van gezegd, dus nu is hij bij mij om te leren minder direct te zijn.
Tijdens de oefeningen komt de focus van Hans bij de ander te liggen. Niet zozeer vanuit begrip, want hij begrijpt prima hoe zijn gedrag over kan komen, maar als leerdoel: hoe zorg ik ervoor dat ik op de juiste manier overkom?
Het oefenen bezorgt hem spreekwoordelijk zweet. Hij probeert op allerlei manieren om zo te communiceren dat het goed valt bij de ander. Tot de bom barst. ‘Jemig’, schreeuwt hij, ‘wat een gedoe. Ik wil gewoon dat de ander snapt wat ik bedoel. Zo moeilijk is het toch niet! Ik wring me in allerlei bochten, word steeds ongeduldiger en toch haakt de ander niet aan’.
Een sterk moment: het doel kan overboord. Dat zit alleen maar in de weg. We kunnen terug naar het doel dat het dichtst bij Hans ligt en dat is vooruitkomen. Dit moment alleen al is een opluchting.
De volgende stap is juist vertrekken bij zijn directe stijl van communiceren. Hoe kan deze stijl hem helpen om vooruit te komen. Hij weet nu wel wanneer deze stijl hem in de weg zit, nu is het zaak om te achterhalen wanneer deze stijl sprongen voorwaarts genereert.
Door dit inzicht, lepelt Hans zo drie voorbeelden op uit andere situaties die hij direct kan toepassen in zijn werk. ‘En’, zegt Hans, ‘het is nog niet eens mijn stijl van communiceren die mij helpt. De kern is de vraag waar ik nieuwsgierig naar ben bij de ander. Als ik die vraag voorbereid, kan ik elk gesprek met mijn collega’s succesvol afronden, direct en snel, voegt hij er met een knipoog aan toe.’