Let’s start-up

Welkom Thuis let's start-up

In veel gesprekken die ik heb over de coronastrategie is telkens de conclusie dat deze niet houdbaar is. Het holt de samenleving uit en, erger, slijt het fundament ervan. Maar ja, wat dan wel? Die vraag buig ik om naar ‘wat kan wel?’

Crisis is gevaar en kans in één

Het nieuwe kabinet heeft nu de mogelijkheid om van strategie te veranderen. Het Chinese karakter voor crisis bevat tegelijkertijd gevaar én kans. Het is tijd dat er gestuurd gaat worden op ‘kans’. Het is tijd voor een start-up. Met ‘wat kan wel’ start een volgende fase met een andere aanpak. Iedereen kan meedoen. We hebben ieders talent heel hard nodig.

De corona-aanpak is tot nu gericht op het voorkomen van een overbelaste zorg. Hiervoor gebruikt de overheid één knop: de volumeknop. Er wordt bepaald wat in de samenleving harder of zachter gezet moet worden of zelfs helemaal uit. De combinatie van dit doel met deze knop wringt en doet op meerdere plekken ongelofelijk pijn. Die pijn wordt zo goed en zo veel mogelijk gecompenseerd. Dit was een effectieve strategie voor de eerste schokken, maar blijkt een ongeschikte strategie om nieuw leven te blazen in de samenleving.

De huidige coronastrategie is niet meer houdbaar

Er is een virus en er is een behoefte bij velen aan een zo normaal mogelijk leven, zoals je geld kunnen verdienen in het theater of met je restaurant. Tot nu toe kan dat niet, omdat er vóór ons wordt bepaald. Dat verandert in de start-up naar dóór ons vanuit ieders verantwoordelijkheid voor een gezonde samenleving met zo min mogelijk druk op de zorg. We gaan met elkaar bepalen wat wél kan. De overheid hoeft niet meer te volharden in de volumeknop-strategie en wij hoeven ons niet meer door deze crisis heen te laten leiden. Het virus is geen groot onbekend gevaar meer, het is een groot bekend gevaar waar we allemaal mee moeten leren omgaan. Precies dat hebben we met elkaar te doen.

We hebben een opdracht nodig: let’s start-up!

Hiervoor hebben we in plaats van maatregelen een opdracht nodig. De overheid bepaalt de criteria van de opdracht op basis van feiten. Criteria zijn verwachtingen waar de uitvoering van een idee aan moet voldoen, zoals afstand kunnen houden in groepen, ventileren van binnenruimtes of een maximaal aantal mensen per bepaalde oppervlakte. De overheid hoeft het formuleren van de opdracht niet alleen te doen. Maak er bijvoorbeeld een landelijke kick-off van om tot een gedragen opdracht te komen.

Zo’n gedragen opdracht roept energie en enthousiasme op, net als het tij dat keert met deze aanpak.  Als overheid geef je namelijk ruimte aan de samenleving om zelf invulling te geven op lokaal niveau wat wél kan. Je doet een beroep op talent én verantwoordelijkheid. Je geeft mensen het heft in handen zodat zij binnen de lijnen van de opdracht gaan uitvinden hoe bijvoorbeeld ondernemers in het centrum van de stad hun diensten wél kunnen aanbieden. Sporten, naar school gaan, carnaval vieren, alle thema’s komen aan bod voor de vraag: wat kan wel?

We vinden slimme manieren om met in plaats van langs elkaar te leven

We zullen nieuwe vormen bedenken, slimme manieren om met elkaar in plaats van langs elkaar te leven. Die zijn er al, alleen het mag niet onder het juk van besluitvorming voor ons. Maar als wij worden gevraagd onze verantwoordelijkheid te nemen, niet alleen voor onszelf, maar ook voor elkaar, dan kunnen we opstaan.

Er liggen al zoveel ideeën en plannen op de plank. Het kan niet moeilijk zijn om te beginnen. Trap echter niet in de valkuil om te starten met één exotisch experiment in één gemeente. Denk groot, kom tot een landelijke opdracht, en begin in heel Nederland met kleine initiatieven om ervaring op de doen. Maar alstublieft, begin.

Ja, maar …

Ja, we gaan verschillen tussen steden zien, tussen dorpen, zelfs tussen wijken. Ja, dat brengt ongetwijfeld wrevel mee en eerste reacties die niet zo gewenst zijn (“Daar mag je wel shoppen en hier niet. Ik neem de trein daarnaartoe.”). Maar het brengt ook geoorloofd afkijken, ideeën overnemen en geïnspireerd raken met zich mee. Ja, het zal verwarring geven: hè, waarom kan dat niet bij ons in de wijk? Er zal veel uitleg nodig zijn (communicatietalent) en we zullen de media soms moeten vragen om de boel niet op te hitsen. Maar na verloop van tijd, met vallen en opstaan, zul je zien dat er weer leven komt in de samenleving. We kunnen weer en we regelen dat zelf.

Een bijkomend voordeel is dat deze opdracht uitnodigt tot verbinden. Ondernemers, cultuurvertegenwoordigers, mensen in de horeca, uit de evenementenbranche, handhavers, zorgverleners, docenten, echt iedereen helpt mee om te bepalen wat kan. Het is geen wedstrijd waarbij de ene branche wint en de ander het nakijken heeft. We zullen het met elkaar moeten doen. Moeilijk? Vast wel. Maar er is zoveel organisatietalent in Nederland, er zijn zoveel ‘omdenkers’, strategen, procesbegeleiders, managers, informatiedeskundigen, noem maar op, die kunnen helpen om wensen te vertalen naar plannen die eerlijk en uitvoerbaar zijn. Echt, ik geloof daarin.

Hoe dan?

De overheid is opdrachtgever, zij heeft de macht om haar opdracht in te trekken of te veranderen op basis van de situatie in het land. Het ligt voor de hand om gemeenten opdrachtnemer te laten zijn. Maar dat kan natuurlijk ook anders. Misschien zijn ondernemersverenigingen een beter passende partij voor, of cultuurhuizen. Er is vast iemand die dit leest en meteen een idee heeft hoe je dat vorm geeft bij een landelijke opdracht. Misschien hoeft het niet eens geformaliseerd te worden omdat de opdracht zodanig enthousiasmerend is dat er overal initiatieven op ploppen. Het kan een valkuil zijn om deze aanpak aan de voorkant helemaal dicht te willen timmeren.

Er is vast iemand die dit leest en meteen een idee heeft

Hetzelfde geldt voor de financiële kant van de opdracht. Er zal geld beschikbaar moeten zijn om te starten en plannen uit te voeren. Ook hier kun je in opdracht criteria voor formuleren of zaken randvoorwaardelijk regelen. Het zal best wat kosten, maar het draaien aan de volumeknop doet dat ook. Hoe fijn is het als mensen weer inkomsten kunnen genereren en daardoor (minder) afhankelijk worden van steun. Wat is het je waard om veerkracht in de samenleving te bevorderen? Door mensen te betrekken en perspectief te bieden investeer je niet alleen in welvaart, maar ook in welzijn. Ik geloof dat we onszelf daarmee veel leed besparen. Leed dat nu al voelbaar en zichtbaar is.

Geef Nederland de opdracht om te starten met een nieuwe samenleving. Het nieuwe kabinet heeft nu de kans om te laten zien dat de corona-aanpak anders kan.

Let’s start-up!

Ik weet gewoon niet wat ik wil

Ik weet gewoon niet wat ik wil

“Het is zo vaag”, zegt Meike. “Ik weet gewoon niet precies wat ik nu wil, maar ik weet wel dat ik dit niet meer wil. Dat wordt met al dat thuiswerken alleen maar duidelijker. Omdat ik niet goed weet wat ik wil, blijf ik in rondjes draaien. Er zit onrust in mij, ik voel me ongelukkig in mijn werk. Daar ga ik dan over nadenken om vervolgens vast te lopen. Er is zoveel dat ik leuk vind, maar kan ik daar mijn werk van maken? Echt goed erover nadenken, lukt me ook niet omdat mijn huidige baan veel van mij vraagt en ik thuis ook niet veel rust heb. Ik ben gewoon moe en dat komt mijn werk niet ten goede.“

Ik durfde mijn werkgever niet om hulp te vragen

Meike komt bij mij op aanraden van een collega. Ze moest echt een drempel over om te komen, zo vertelde ze mij. “Ik durfde mijn werkgever niet te vragen of ik hiernaar toe mocht. Juist omdat ik niet weet wat ik wil. Als ik dat wel zou weten, zou ik weten welke opleiding daarbij past en kan ik dat onderbouwen. Maar nu? De kans zit er ook nog in dat ik een andere baan wil. Dan kan ik toch niet vragen of ik drie dagen op retraite mag?” Haar collega heeft haar een zetje gegeven: “Wat heeft onze leidinggevende, en dus de organisatie, eraan als jij uitvalt? Natuurlijk is het vervelend om iemand nieuws te moeten zoeken als jij weg zou gaan, maar iemand die geen plezier meer beleeft en minder presteert is ook een last voor de organisatie. Bovendien is deze retraite juist bedoeld om meer helderheid te krijgen.” Dat gaf de doorslag.

Ik ben het zo zat!

Nu is ze bij mij en komt het ongemak weer boven. “Ik weet het gewoon niet. Dat geeft zoveel onrust. Ik heb het gevoel dat ik iets moet en blokkeer vervolgens. Dan voel ik de frustratie oplopen.” Ze probeert diep in te ademen, maar dat lukt niet goed. Ze hapt nog eens naar adem. Ik vraag haar een symbool te noemen voor de zin ‘ik weet het gewoon niet’. Ze zint hier even op en zegt dan met een beetje venijnige glimlach “een baksteen. Zo’n zwaar ding, waar je op zichzelf niet veel aan hebt. Je kunt er alleen een ruit mee ingooien.” Uit de schuur haal ik een baksteen en geef ‘m aan haar. Ze zit er een tijdje mee op haar schoot en zegt dan “ja, dat is het, ik weet het gewoon niet”. Het raakt haar. Tranen stromen over haar gezicht. Wat doet de baksteen met jou? “Het drukt op mij, het zit in de weg, het is zwaar, maar het voelt ook vertrouwd.” Een tijdje zit ze stil met de baksteen op haar schoot. “Ja,” zegt ze, “zo is het, ik val er stil door.” Ik vraag haar of ze iets met de baksteen wil doen. “Aan ene kant wil ik het ver van me wegsmijten, zo dwars door het raam. Ik ben het zat, zo spuugzat! En aan de andere kant wil ik het hier bij me hebben. Het is geen comfortabel gevoel, maar op de één of andere manier hoort het bij mij. Oh, wat is dit erg! Deze twijfel zorgt er nog meer voor dat ik het niet weet.”

Dit is wat gedachten kunnen doen

Dit is wat ‘zinnen’ kunnen doen, hoe mentale constructies, gedachten, in ons kunnen werken en doorwerken. Het fenomeen ‘belemmerende overtuigingen’ is hier een bekend voorbeeld van. Bij belemmerende overtuigingen ga je op zoek naar een mentale constructie die onder gedrag ligt. Je kent ‘m nog niet. Je gaat er naar op zoek zodat je op gevoelsniveau een alternatief ernaast kunt zetten. Dat geeft ruimte en vrijheid. In het voorbeeld van Meike is het zinnetje ‘ik weet het gewoon niet’ een eigen leven gaan leiden. Het heeft meerdere functies gekregen, naast blokkade is het bijvoorbeeld ook een magneet. Het trekt Meike als het ware steeds sneller naar zich toe, als een eilandje in de storm, en biedt haar een stukje veiligheid. Het eilandje laat de storm echter niet bedaren.

  • Welke zinnen of gedachten werken door in jou?
  • Wat is het effect ervan op jou? Geeft het je ruimte, of werkt het beperkend?
  • Weet je waar de zin of gedachte vandaag komt? Herken je ‘m uit je familie?

Voor artikelen die ingaan op mijn praktijk, vermeng ik bestaande vragen van klanten met bestaande oefeningen. Ik geef de klant een fictieve naam. Zo maak ik het herkenbare anoniem.

Toffe baan en toch niet blij

Ja, leuk, dacht Desirée, toen ze werd gevraagd voor de werkgroep ‘minder werkprocessen, meer werkplezier’. Ze ziet dat collega’s een beetje moe worden van alles wat moet. Ze klagen meer en kijken chagrijnig bij de zoveelste aankondiging van het management. Desirée vindt dat je met klagen niet veel bereikt en gaat liever aan de slag om dingen te veranderen. Deze werkgroep is daar een mooie ingang voor.

Desirée is coördinator op haar afdeling. Ze is zo iemand die oprecht van haar werk houdt. Ze gaat niet naar huis voordat ze alles afgerond heeft wat die dag op haar lijstje staat. Als er iemand ziek is of jarig, zorgt zij voor bloemen en laat een kaart langs alle collega’s gaan zodat de beste wensen worden overgebracht. Een vrouw met een opgeruimd karakter die de boel op orde heeft. Zo oogt het.

Ze belde mij voor een afspraak. Op een rustige plek ontmoetten we elkaar. Ik schonk koffie in en bij het overhandigen van haar beker, zag ik tranen over haar wangen stromen. Ze bood direct haar verontschuldigingen aan en zei dat ze blij was er nu met iemand over te kunnen praten.

Ze vertelde hoe zwaar het haar allemaal viel. Ze wist heus wel dat haar leidinggevende en collega’s haar waarderen, maar ze merkt daar dagelijks niet veel van. De sfeer in de organisatie maakt haar moe. Het kost haar energie om de moed erin te houden en haar bijdrage te leveren aan verbetering. ‘Af en toe heb ik gewoon zin om de handdoek in de ring te gooien’ zei ze met ergernis. ‘Terwijl juist nu mijn collega is uitgevallen en ik ben gevraagd om een deel van zijn werk er tijdelijk bij te doen. Ik weet het gewoon even niet meer.’

Wat ik in Desirées verhaal hoor, kom ik vaker tegen en is loyaliteit in de overdrive. Je geeft maar, en geeft maar en probeert daarbij jezelf voor ogen te houden dat je een gezegend mens bent met een toffe baan en leuke collega’s. Allemaal waar, maar het kost bakken met energie en in het laagje daaronder knaagt het. Vroeg of laat moet je terugschakelen en dat is bij Desirée nu het geval. De spanning tussen wie ze wil zijn en wie ze kan zijn is te groot geworden.

Het delen van haar frustraties lucht haar op. Het is het teken dat ze klaar is om dingen voor haar zelf te gaan veranderen. We praten over wat werken met spirit voor haar betekent en waar ze mee aan de slag wil. Ze spreekt uit dat ze in ieder geval de taken er niet bij gaat doen, maar is bang dat ze in het gesprek met haar leidinggevende in de verleiding komt om toch ja te zeggen. De eerste uitnodiging om meer trouw te zijn aan zichzelf. We oefenen het gesprek, net zo lang tot ze er vertrouwen in heeft dat ze respectvol en waardig nee kan zeggen.

Twee dagen later belt ze me op om te zeggen dat ze met haar leidinggevende had gesproken. Tot haar grote verbazing kreeg ze een compliment van haar leidinggevende. Zij zei dat ze van Desirée kon leren hoe je dat doet. Ze had er zelf ook geregeld moeite mee.

Neem jij wel eens vakantie van jezelf?

‘Een uurtje vakantie van jezelf is wel zo verfrissend en het relativeert’, aldus een kunstenaar van de groep Gelatin. Deze groep had onlangs een expositie met gigantische nepdrollen in Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Bij binnenkomst trof ik met een vriendin een kledingrek aan met handgemaakte naaktkostuums. Het was de bedoeling dat je in zo’n kostuum langs de drollen liep. Bizar en bijzonder hilarisch, dat was het. Ik heb in geen tijden zo gelachen. En het klopt wat de kunstenaar beweert. In dat maffe pak stapte ik in een andere identiteit en had zo even vakantie van mezelf. Verkwikkend.

Dat een vakantie van jezelf ook een vervreemdend effect kan hebben, zag ik in de film Howard Wakefield op Netflix. Een advocaat besluit na een vermoeiende dag op z’n werk, niet naar huis te gaan. Hij verschanst zich op de zolder van zijn eigen garage. Daar blijft hij een uur, de avond, de hele nacht en uiteindelijk woont hij maanden op die zolder. Door het raampje van de zolder bekijkt hij het leven van zijn vrouw en twee dochters. Al snel verdwijnt de chique zakenman en wordt Howard zwerver. In dat leven eet hij uit zijn eigen vuilnisbak, doucht hij stiekem bij de buren en slaapt hij tussen de spullen waar in huis geen plek meer voor is. Het interessante is dat hij thema’s tegenkomt die hij niet in die vorm kende uit zijn advocatenleven: eenzaamheid, barmhartigheid en zuivere overlevingsdrang. Hij neemt rigoureus afstand van zijn rollen als echtgenoot, vader, advocaat, vriend (en vijand, zoals je in de film kunt zien). Zijn vakantie levert hem één nieuwe hoofdrol op: onbekende man die door de straten zwerft. Een verwarrend voorbeeld waaruit blijkt dat vakantie nemen van jezelf bijzonder veel impact kan hebben.

Als het gaat om vakantie nemen van jezelf in je werk, ken ik eigenlijk alleen negatieve voorbeelden, zoals medewerkers die ‘mentaal met pensioen’ zijn of alleen nog maar cynisch kunnen zijn. Een uurtje in een andere identiteit stappen om nieuwe energie op te doen en met een frisse blik weer terug te komen, ken ik eigenlijk niet. Ik ben benieuwd wat jouw ervaring hiermee is. Als je zin hebt, laat gerust een berichtje achter. Ik lees het graag en ben oprecht nieuwsgierig naar jouw ‘uurtje vakantie’.

Werken met spirit?

In mijn werk ontmoet ik veel mensen die ‘werken met spirit’. Dat is in mijn ogen niet alleen enthousiast zijn en de juiste mentaliteit hebben (je schouders eronder willen zetten, werken aan het doel e.d.). Dit zou je ook bevlogenheid kunnen noemen.
Werken met spirit is m.i. dat je werkt vanuit jouw innerlijke wijsheid en kracht, vanuit jouw unieke natuur, jouw spirit dus. Wat je doet, sluit aan op wie jij bent en op jouw visie in je werk. Ik vind Annemarie van Gaal (Louis mag van mij ook, in dit verband) of Adelheid Roosen hier mooie voorbeelden van, of columnist Rosanne Hertzberger. Zij laten zien dat het logisch is wat ze doen, omdat het als het ware de bedoeling is dat ze dat doen. Het is hun ‘natuur’.
Maar ik ontmoet ook mensen die hier een beetje van afgedwaald zijn. En soms ook mensen die eigenlijk geen idee hebben wie ze zijn en wat hun visie is op hun werk. Zij voelen zich vaak geleefd in hun werk, hebben last van werkdruk of zijn hun werk gewoon spuugzat. Met hen ga ik op zoek naar hun spirit: wie zijn ze, en wat past bij hen. Ik ben benieuwd naar wat werken met spirit voor jou betekent, en of jij werkt met spirit. Ik vind het leuk om je reactie te lezen.

Houden van jezelf – Charlie Chaplin

Toen Charlie Chaplin 70 werd, schreef hij dit wonderschone gedicht over houden van jezelf. Een goed idee ;-).

Toen ik van mezelf begon te houden,
zag ik in dat mijn onrust en emotioneel lijden signalen zijn,
dat ik niet leef in harmonie met mezelf.
Nu weet ik: dat is authenticiteit.

Toen ik van mezelf begon te houden,
begreep ik dat ik altijd op het juiste moment op de juiste plek ben
en dat alles gebeurt op precies het juiste moment
ik kan dus rustig zijn
Nu weet ik: dat is zelfvertrouwen

Toen ik van mezelf begon te houden,
verlangde ik niet langer naar een ander leven
en zag ik dat alles in de wereld om me heen
een uitnodiging is om me te ontwikkelen
Nu weet ik: dat is groei

Toen ik van mezelf begon te houden,
stopte ik om elke minuut te vullen en

plannen voor de toekomst te maken
nu doe ik alleen dat waar ik blij van word
waar ik van houd en wat mijn hart laat zingen
op mijn eigen manier en in mijn eigen tempo
Nu weet ik: dat is eenvoud

Toen ik van mezelf begon te houden,
heb ik me bevrijd van alles wat niet goed voor me was:
voeding, mensen, spullen, situaties
en alles wat aan me trok, wat me weg leidde van mezelf
Eerst noemde ik het ‘gezond egoïsme’
nu weet ik: dat is liefde voor jezelf

Toen ik van mezelf begon te houden,
begreep ik hoeveel ik iemand kan kwetsen
als ik plotseling verlangens opdring
zelfs als ik wist dat de tijd er niet rijp
voor was en de ander er niet klaar voor was
– zelfs als ík die ander was
Nu weet ik: dat is respect

Toen ik van mezelf begon te houden
stopte ik met steeds mijn gelijk willen halen
en sindsdien merk ik steeds vaker
dat niets zwart of wit is
Nu weet ik: dat is bescheidenheid

Toen ik van mezelf begon te houden
wilde ik niet langer in het verleden leven en me geen zorgen
meer maken over de toekomst
nu leef ik alleen in het moment
in het hier en nu, waarin alles gebeurt
en ik noem dat zijn

Toen ik van mezelf begon te houden
zag ik in dat mijn gedachten met me aan de haal kunnen gaan
en me een naar gevoel kunnen geven
Maar toen ik mijn hart liet spreken, werd mijn mind een waardevolle bondgenoot
Nu noem ik deze verbinding de wijsheid van het hart

Wanneer we van onszelf gaan houden
hoeven we niet langer bang te zijn voor confrontaties
met onszelf of met anderen
Zelfs sterren botsen weleens
en daaruit worden weer nieuwe werelden geboren
Nu weet ik: dat is leven

Rust in je hoofd, rust in je werk: waar vind je dat en hoe houd je het vast?

De kerstvakantie was dit keer een bijzondere voor mij. Op het oog leek het een vakantie zoals jij ‘m wellicht ook kent, met vrienden en familie, tradities, frisse wandelingen en lekker zonder wekker wakker worden. Een waar cadeau als je dat in goede gezondheid en liefde mag doorbrengen. Maar ik heb ook gewerkt. Dat deed ik met heel mijn hart, in opperste toewijding, en tegelijkertijd in volledige rust. Wat heerlijk, dacht ik vaak, eindelijk de rust en ruimte om actief te zijn, en om te lezen, te reflecteren, je gedachten de vrije loop te laten en allerlei inzichten en oplossingen ‘gewoon’ te laten ontstaan. Op zich is dat ook nog niet eens zo bijzonder, totdat bij mij het kwartje viel: dit is wat ik wil! Zo wil ik altijd wel werken! Hoe kan ik dit vaker ervaren in mijn werk? En dat veranderde mijn blik.

Diezelfde dag nog las ik in een boek van Alan Seale over het Japanse concept ‘kokoro’. In het westen hebben we daar niet echt een goede vertaling voor. Het is een woord dat betrekking heeft op je innerlijk: hoe verhouden jouw hart, hoofd en ziel zich tot datgene wat je doet (werk, sport, vriendschap etc.). Het is verbonden met jouw centrum. De plek waar het stil en rustig is, waar je passie leeft, en van waaruit intenties worden geboren die samen met gedachten, innerlijke waarheid en wijsheid uitdrukking geven aan je talenten en vaardigheden. In het concept van ‘kokoro’ vallen hart, hoofd en ziel samen. Ze vormen een soort innerlijke éénheid, een bron van rust en kracht in je houding en activiteiten naar buiten toe.

In ‘kokoro’ vond ik een sleutel. Hoe vaak laat ik me niet leiden door wat ik heb te doen, in plaats van stil te staan bij wie ik heb te zijn, of wil zijn, in relatie tot mijn werk. Heb ik eigenlijk wel klip en klaar voor ogen wie ik wil zijn? Hoe kan ik daar meer helderheid over krijgen en dat steviger meegeven in mijn werk om te bereiken wat de bedoeling is. Hoe fijn zou het zijn als ik vaker aan het einde van een werkdag een tevreden gevoel heb over mijn bijdrage, in plaats van geleefd te zijn door to-do, e-mail en telefoon? Het maakt niet uit of je leidinggevende, professional, directeur, ondernemer, of wat dan ook bent. Het gaat om wie jij bent in relatie tot je werk. ‘Kokoro’ als onderdeel van een sterke professionele identiteit. Volgens mij helpt deze bron bij het vinden van meer innerlijke rust en zelfvertrouwen en draagt het bij aan meesterschap in je werk.