Iedereen heeft een roeping. Dat geloof ik. Of het ook echt waar is dat íedereen een roeping heeft, weet ik niet. Ik weet wel dat ik er één heb. Hoe ik erachter ben gekomen? Door een simpel zinnetje dat iemand eens heeft gezegd. Dat zinnetje is altijd blijven plakken.
Jaren geleden was ik met vriendin Brigitte bij een bijeenkomst met Alberto Villoldo. Hij zei ‘When nature calls, you answer. Always.’ En gaf daarbij het voorbeeld van plassen. Als je aandrang voelt, ga je plassen. Ik vond het nogal een simpel voorbeeld. Ik kon me aan de hand daarvan niet voorstellen wat hij er nou precies mee bedoelde. Maar het zaadje was gepland. De gedachte nestelde zich in mijn hoofd en zit er nog steeds.
Na een dag werken, even in de tuin rommelen. Met je handen in de aarde terugkeren in jezelf. Of een stuk fietsen om de wind te voelen. Misschien zie je bergen voor je, die erom vragen door jou beklommen te worden. De zee en het strand, waar het afgelopen weken zo goed toeven was. Je krijgt vanzelf een verlangen om naar buiten te gaan, naar een plek die jou aanspreekt. Nature calls.
Je kunt uiteraard kiezen om daar geen gehoor aan te geven. Gewoon negeren. Als je dat telkens doet, en geregeld de tv boven het strand verkiest, of je werk boven het bos, dan doet dat iets met je. Het verlangen wordt wellicht sterker: je móet er echt even uit. Je boekt een lang weekend in de Ardennen. Of je stompt af, je voelt het als het ware niet meer. Ik weet niet wat het met jou doet, maar ik word er een beetje chagrijnig van. Ik ben uit m’n humeur. Dan is het tijd om te gaan hardlopen, of te gaan struinen door de duinen. Vroeg of laat luister ik ernaar.
Dat zijn verlangens die van buitenaf in ons worden aangewakkerd. Maar als levende wezens hebben wij ook een innerlijke natuur die ons kan roepen. Het mooie Nederlandse woord daarvoor is ‘roeping’. Dat heeft associaties gekregen met religie, maar ik lees gewoon wat er staat: iets wat jou roept. Een innerlijk verlangen waar je naar kunt luisteren.
Toen ik een spreekwoordelijke duik nam onder de oppervlakte, zag ik een stralende zon. Het gaf mij een intens goed gevoel. Het is een innerlijk verlangen om, metaforisch, ik ben natuurlijk geen lamp, licht te geven. Licht staat voor mij bijvoorbeeld voor het bieden van helderheid en inzicht. Maar ook voor het geven van warmte in de vorm van empathie. Door daarnaar te luisteren, kan ik er gehoor aan geven in mijn werk. “Thuis” wordt een plek waar ik anderen help om helderheid te krijgen over hun kracht en intuïtie. Dat weten geeft mij rust, voldoening en vertrouwen. Ik zit op het goede spoor.
Overigens hoef je niet te luisteren naar je binnenstem, je kan het negeren, maar ik weet ‘when nature calls, you answer. Always.’